Intern reglement van Yachting Club Hoboken vzw (goedgekeurd 5 januari 2021)
1. Algemeen 1.1 Definities Vereniging: Yachting Club Hoboken, kortweg YCH vzw of YCH Statuten: De meest recente versie van de (gecoördineerde) statuten van YCH vzw. Reglement: Huidig Intern reglement Vaartuig: Een voorwerp, dat bestemd is of ingericht is, voor het vervoer over water van personen en/of goederen, dan wel een drijvend werktuig of woonschip. In het kader van dit Reglement is onder “vaartuig” niet inbegrepen: kano’s, kajaks en zeil- of surfplanken Eigenaar: Elk lid dat een vaartuig voor berging en/of stalling aanbiedt wordt aanzien de eigenaar ervan te zijn. Is hij dat niet, of niet uitsluitend, dan dient hij de naam (namen) en adres(sen)van de eigenaar(s) op het bergingsformulier te vermelden. Het bestuur kan voorlegging van het eigendomsbewijs (vlaggenbrief of factuur) eisen. Berging en tewaterlating: Het geheel van handelingen die verricht worden bij het in of uit het water halen of op of van het terrein van de vereniging brengen van een vaartuig. Het schoonspuiten van het onderwaterschip, het eventueel afhalen van de mast, het rijden naar en plaatsen op de staanplaats maken deel uit van de berging. Staanplaats: bergingsplaats van het vaartuig op het terrein. Botenbehandelaar: aangestelde van de vereniging, die de leiding heeft over de berging en de tewaterlating van de vaartuigen. Hij bedient enkel de machines en de voertuigen. Hand- en spandiensten, het vastmaken en stutten van de boot en alle operaties op en aan het vaartuig, zijn de uitsluitende verantwoordelijkheid van het lid dat zijn vaartuig laat behandelen. De botenbehandelaar heeft het recht een operatie te weigeren of af te breken als hij het veiligheidsrisico te groot vindt. Terreinverantwoordelijke: aangestelde van de vereniging die belast is met de plaats toewijzing en de schikking van de vaartuigen en/of andere objecten op het terrein van de vereniging en het plaatsen en verplaatsen van boten en stoelen .Hij werkt samen met de botenbehandelaar en de verantwoordelijke veiligheid en orde. Verantwoordelijke veiligheid en orde: aangestelde van de vereniging die de veiligheid en de orde op het terrein in de breedst mogelijke zin bewaakt. Hij kan leden er toe aanmanen en verplichten de veiligheid en de orde op, rond en onder hun schip te onderhouden, hun schip af te schermen bij werkzaamheden, risicovolle, gevaarlijke of bedreigende werkzaamheden te staken en alle acties te ondernemen die een goede orde op het clubterrein moeten verzekeren. Hij brengt desgevallend verslag uit bij het bestuursorgaan die verdergaande maatregelen kan treffen. Materiaalmeester: aangestelde van de vereniging die het materiaal beheert. Hij zorgt voor de orde in de magazijnen, voor de aankopen van het onderhoudsmateriaal en heeft de leiding bij het in orde houden of herstellen van het clubmateriaal. De materiaalmeester leent in principe geen clubgereedschap uit. 1.2 Bepalingen: YCH staat open voor iedereen die sympathie heeft voor de watersport. YCH houdt zich afzijdig van elke politieke of religieuze beweging of strekking. Ieder lid of bezoeker wordt geacht, louter door zijn lidmaatschap of zijn aanwezigheid op het terrein of de accommodaties, bekend te zijn met het Intern reglement van Yachting Club Hoboken vzw het te aanvaarden en er zich aan te onderwerpen. Alle leden, zijn verantwoordelijk voor naleving van het Intern reglement door hun genodigden en hun aangestelden. Ieder lid verplicht er zich expliciet toe om elke wijziging in de gegevens van zijn/haar lidmaatschap en/of van de gegevens die hij/zij heeft opgegeven, onmiddellijk en binnen de 14 dagen na wijziging, door te geven aan het secretariaat van de vereniging. Bij misbruiken, wangedrag of niet naleven van het Intern reglement heeft het bestuursorgaan van de vereniging het recht alle maatregelen te nemen, zelfs een lid te schorsen.
Het bestuursorgaan heeft de bevoegdheid het Intern reglement op te stellen en aan te passen wanneer nodig (Art 11i van de statuten). De leden worden hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld door:
In alle gevallen waarin de Statuten en het Intern reglement niet voorzien, beslist het bestuursorgaan van de vereniging. 2. LEDEN 2.1. Indeling De vereniging kent effectieve leden en niet effectieve leden (art 5. statuten). De toegetreden leden zijn: kandidaat-effectieve leden, steunende leden of ereleden. 2.2 Toegetreden leden Kandidaat leden richten hun verzoek tot lidmaatschap aan het bestuursorgaan. Het bestuursorgaan behoudt zich het recht voor het lidmaatschap te weigeren of niet te hernieuwen, zonder deze beslissing te hoeven motiveren. Tegen deze beslissing is geen beroep mogelijk. Elk lidmaatschap van toegetreden lid (art. 5 statuten), wordt aangegaan voor een periode van één kalenderjaar. De eventuele hernieuwing gaat in op 1 januari van het volgende jaar. Opzeggen kan door eenvoudig schrijven, uiterlijk 30 dagen vóór het verstrijken van de lopende periode. 2.2.a Kandidaat effectieve leden Kandidaat-effectieve leden hebben dezelfde rechten en plichten als effectieve leden behalve stemrecht op de Algemene Vergadering. Voorwaarden om kandidaat-effectief lid te kunnen worden:
natuurlijk persoon zijn;
meerderjarig en van onberispelijk gedrag zijn;
het inschrijvingsformulier volledig en naar waarheid ingevuld hebben;
de toetredingsbijdrage betalen;
aanvaard worden door het bestuursorgaan.
2.2.b Steunende leden Steunende leden betalen een jaarlijks lidgeld waarvan het bedrag jaarlijks door het bestuursorgaan bepaald wordt, met een maximum van 500,00 EUR. Zij hebben toegang tot het clubhuis en tot alle activiteiten die de vereniging inricht. Zij ontvangen het clubblad. Zij zijn NIET via YCH aangesloten bij een watersportfederatie.. 2.2.c Ereleden De benoeming, schorsing of afstelling van ereleden is uitsluitend de bevoegdheid van de Bestuursorgaan . Ereleden betalen geen lidgeld. Zij hebben toegang tot het clubhuis en alle activiteiten die de vereniging inricht en ontvangen het clubblad. Zij zijn NIET via YCH aangesloten bij een watersportfederatie. 2.3 Inspanningsverbintenis voor de effectieve en kandidaat-effectieve leden Ieder lid dient zich, in het jaar dat hij/zij een schip op het clubterrein stalt, minstens twee dagenbeschikbaar te stellen voor de vereniging voor hetzij hetonderhoud van clubmateriaal, het terrein, de accommodaties, hetzij andere diensten ten gunste van de verenging. Hiervoor kan hij/zij zich aanbieden ofwel op de georganiseerde collectieve werkdagen ofwel op andere dagen. Indien het lid zijn/haar inspanningsverbintenis buiten de georganiseerde collectieve werkdagen wenst te vervullen, dient hij/zij voorafgaandelijk aan het tijdstip van uitvoeren van zijn/haar inspanningsverbintenis, contact op te nemen met een bestuurder. De leden voldoen hun inspanningsverplichting op vrijwillige basis, zonder dat zij hiervoor op enige wijze vergoed worden. Het niet vervullen of slechts gedeeltelijk vervullen van de inspanningsverplichting verplicht het lid tot een solidariteitsbijdrage. De solidariteitsbijdrage wordt jaarlijks door het bestuursorgaan vastgesteld en is geheel of gedeeltelijk verschuldigd door het lid dat zijn/haar inspanningsverplichting niet of slechts gedeeltelijk heeft vervuld. Leden die om bijzondere en gemotiveerde redenen niet kunnen voldoen aan huninspanningsverplichting, stellen het bestuursorgaan hier tijdig en op schriftelijke wijze vanin kennis. In samenspraak met het bestuursorgaan kan steeds een bijzondere, afwijkende regeling worden getroffen. Een dergelijke regeling is individueel en schept op geen enkele wijze rechten voor de overige leden. De leden zijn tijdens het uitvoeren van hun inspanningsverbintenis gedekt door de ongevallenverzekering van de watersportfederatie waarbij onze vereniging is aangesloten. 2.4 Bescherming van de privacy De leden hebben het recht te weigeren dat foto’s waar zij herkenbaar op voorkomen gepubliceerd worden op de website van de club. Leden, die niet wensen dat er een foto waar zij herkenbaar op voorkomen geplaatst wordt op de website van de club, worden verzocht dat schriftelijk te melden aan het bestuur. Bij afwezigheid van deze schriftelijke melding, gaat het bestuur uit van een stilzwijgende toestemming. Leden die hun lidmaatschap niet verlengen worden uit het ledenbestand verwijderd. Elk lid kan inzicht krijgen in de gegevens die over hem/haar bewaard worden. Dit kan aangevraagd worden bij de secretaris.
3. FINANCIEN 3.1. Lidgelden en bijdragen Het bestuursorgaan bepaalt jaarlijks de lidgelden, staangelden en de bijdragen. Van ieder lid wordt verwacht dat hij zijn lidgeld en/of bijdrage betaalt binnen de 30 dagen na ontvangst van de factuur. De kosten voor eventuele herinneringen kunnen doorgerekend worden. Bij niet betalen van het lidgeld, staangelden, kosten en/of andere verschuldigde bedragen binnen de 30 dagen na hiervoor per aangetekend schrijven aangemaand te zijn, wordt het lid als ontslagnemend beschouwd. In dat geval heeft het Bestuur het recht voor het staangeld een dagtarief toe te passen. Het bestuursorgaan heeft het recht achterstallige verschuldigde bedragen via een incassobureau of langs gerechtelijke weg te laten innen, waarbij alle kosten ten laste van de schuldenaar zijn. Het stageld betreft de berging van het schip van 15/8 tot 14/8 van het volgend jaar. Het is ondeelbaar en onafhankelijk van de duur dat het schip gestald wordt op onze terreinen. Er wordt enkel korting verleend voor berging van minder dan één maand. Het stageld omhelst éénmalig: in en uit het water, transport van en naar de bergingsplaats, het gebruik van de installatie voor mast op en af, berging van de mast in de mastenloods, gebruik van de hogedrukspuit, elektriciteit 6A en water. 3.2. Retentierecht en afstand van eigendom Indien een lid verzuimt zijn lidgelden en bijdragen, meer de intresten, kosten en aanhorigheden tijdig te betalen heeft de vereniging het recht het vaartuig op het terrein te houden tot de verschuldigde bedragen betaald zijn. De vereniging behoudt zich bij niet-betaling, gedeeltelijke of laattijdige betaling van (een deel van) de lidgelden, bijdragen, meer de intresten kosten en aanhorigheden, alle rechten voor, inclusief het recht om bewarende of uitvoerende maatregelen te nemen ten opzichten van alle goederen, inclusief het vaartuig, van haar schuldenaar.
4. AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERINGEN 4.1. Aansprakelijkheid YCH Bestuursorgaan en vereniging zijn niet aansprakelijk voor enige schade, van welke aard deze ook moge zijn, waar dit ook geschiedt, aan de leden en aan derden overkomen door welke oorzaak dan ook. Door het aanvaarden van het lidmaatschap, het gebruiken van de faciliteiten van de vereniging en het betreden van het terrein, ziet elk lid af van elke aanspraak op schadevergoeding vanwege de vereniging, het bestuursorgaan of de leden van de Raad van Bestuur voor welke schade ook, lichamelijk of stoffelijk,toegebracht of overkomen aan zijn/haar persoon, familieleden, genodigden, vaartuig of voertuig, materialen, eigendommen of bezittingen, of voor verlies of diefstal ten nadele hemzelf/haarzelf, familieleden of genodigden. De eventuele aansprakelijkheid van de vereniging en haar aangestelden, is hoe dan ook beperkt tot het netto dekkingsbedrag van haar aansprakelijkheidsverzekering. 4.2 Aansprakelijkheid leden Onverminderd de bevoegdheid van het bestuursorgaan om een lid ingeval van wangedrag de toegang tot de verenigingsaccommodatie te ontzeggen, is elk lid verantwoordelijk voor schade toegebracht door hem, door zijn aangestelde(n) of door anderen wiens aanwezigheid hij heeft veroorzaakt, zowel aan de eigendommen van de vereniging als aan die van derden, welke met vergunning van het bestuursorgaan op en in de accommodatie en/of het terrein van de vereniging aanwezig zijn. 4.3 Ongevallenverzekering YCH Ieder effectief en kandidaat-effectief lid, dat in orde is met zijn lidgeld, is automatisch ook lid van de watersportfederatie waar YCH vzw bij aangesloten is. Het lidmaatschap van die federatie impliceert een verzekering “Persoonlijke ongevallen op het terrein, in het clubhuis en bij het beoefenen van de watersport”. De tussenkomst van de verzekeraar alsmede de eventueel uit te keren bedragen zijn beperkt, conform de geldende wetgeving en de polisvoorwaarden.
5. BERGING EN TEWATERLATING 5.1 Verzekering vaartuig Ieder lid dat een stalling voor zijn vaartuig op het terrein wenst, zal zorgen dat dit vaartuig hiervoor voldoende verzekerd is, ondermeer in het kader van de buitencontractuele aansprakelijkheid. Het bestuur kan inzage van de geldige verzekeringspolis eisen.
5.2 Verantwoordelijkheden berging en tewaterlating Berging, tewaterlating en stalling op het terrein geschieden volledig op risico en verantwoordelijkheid van de eigenaar van het vaartuig (en/of diens aangestelden) voor alle stoffelijke schade (het vaartuig, eigen materiaal, materieel van de vereniging en/of van herhaling van derden) en/of lichamelijke letsels, behoudens aantoonbare fouten van de vereniging, haar goederen of haar aangestelden. De vereniging en/of haar bestuur, en/of haar aangestelden, al dan niet terreinwerkers, en/of andere vrijwillige medewerkers kunnen op geen enkele wijze aansprakelijk gesteld worden voor eender welke schade aan behandelde of gestalde schepen en/of het neergelegde/achtergelaten materiaal ingevolge o.a. (niet limitatief): brand, diefstal, vandalisme, weersomstandigheden, slecht meren of uitvoeren van manoeuvres, ook al geschiedde dit op aanwijzingen van de vereniging, haar bestuur en/of haar aangestelden en/of uit welke andere oorzaak dan ook. De berging en tewaterlating van vaartuigen gebeurt enkel onder toezicht en de uitsluitende verantwoordelijkheid en risico van de eigenaar van het vaartuig of diens aangestelde(n) in het bijzonder voor wat betreft het vastmaken en schoren van het vaartuig op de bootstoel. Bij berging, tewaterlating of verplaatsing van een vaartuig, beperkt de taak van de aangestelde(n) door de vereniging (en zijn eventuele assistent(en)) zich tot het bedienen van de winch en de hefwerktuigen, het rijden met de bootwagen en/of tractor en tot het geven van richtlijnen om het werk snel, efficiënt en veilig te laten verlopen. Elke eigenaar van een vaartuig dient zelf voor voldoende en bekwame helpers te zorgen voor het uitvoeren van de geplande werkzaamheden.
6. STALLING OP HET TERREIN 6.1 Aanvraag tot stalling Enkel effectieve leden en kandidaat-effectieve leden hebben het recht om een aanvraag tot stalling van hun vaartuig in te dienen. Enkel vaartuigen en hun directe uitrusting komen in aanmerking voor stalling. Vóór de berging van het vaartuig dient de eigenaar van het vaartuig hiervoor telkens een schriftelijke verklaring binnen te brengen onder de vorm van het bergingsformulier “Aanvraag tot stalling van een schip”. Zonder deze verklaring wordt een vaartuig niet boven gehaald. Voor boten die al in berging zijn, dient de aanvraag ieder jaar voor 15 augustus opnieuw te gebeuren. Het bestuur bepaalt autonoom of aan de aanvraag zal voldaan worden.
Het indienen van een “Aanvraag tot stalling van een schip” geeft niet automatisch recht op berging en stalling van dat schip. Het bestuur behoudt zich het recht voor op de aanvraag niet in te gaan of bijkomende voorwaarden op te leggen, indien zij oordeelt dat de berging van het schip de mogelijkheden van de clubuitrusting overstijgen of dat het noodzakelijke onderhoud of herstelling of verbouwing van het schip van die aard is dat schade of vervuiling aan andere schepen of aan het terrein of aan de uitrusting van de club kan verwacht worden ofwel om een andere nader te specificeren grondige reden. In zulke gevallen zal het bestuur het betrokken lid uitnodigen op een bestuursvergadering en de reden van de afwijzing toelichten en deze in het verslag van de bestuursvergadering opnemen. Tegen deze afwijzing is geen beroep mogelijk. 6.2 Aanvraag tot tewaterlating Voor de tewaterlating dient een formulier “Aanvraag tewaterlating” ingevuld en binnengebracht te worden. Enkel vaartuigen waarvan de eigenaar volledig in orde is met zijn lidgelden en bijdragen, komen in aanmerking voor tewaterlating. Vanaf 2023 zal dit ook digitaal kunnen.
Het ter beschikking stellen van een stallingsplaats aan haar leden voor hun vaartuig is geen overeenkomst van bewaarneming. De vereniging oefent geen enkele vorm van georganiseerde controle of toezicht uit over de stallingsplaats. 6.3 Toezicht De stalling geschiedt uitsluitend op eigen risico en verantwoordelijkheid van de leden/eigenaars. 6.4 Plaats op het terrein Er zijn geen vaste plaatsen op het terrein. De terreinverantwoordelijke wijst naar eigen inzicht en/of op instructies van het bestuursorgaan, een gepaste plaats toe. Eigenaars die bezwaar hebben tegen een toegewezen plaats en geen gehoor vinden bij de terreinverantwoordelijke, kunnen hun gemotiveerd bezwaar schriftelijk overmaken aan het bestuursorgaan, dat dan op een volgende bestuursvergadering de zaak zal onderzoeken. Het daaropvolgende gemotiveerd en schriftelijk besluit van het bestuursorgaan is onherroepelijk. 6.5 Verplaatsing van een gestald vaartuig De terreinverantwoordelijke heeft het recht gestalde vaartuigen op het terrein te verplaatsen na voorafgaandelijk overleg met het bestuursorgaan. Behalve bij heirkracht of dringende noodwendigheid, dient de eigenaar van het vaartuig tenminste veertien dagen van tevoren uitdrukkelijk verwittigd te worden van een dergelijke verplaatsing. Iedere eigenaar dient er mee rekening te houden dat verplaatsing van zijn vaartuig mogelijk is en dient dan ook ten allen tijde de nodige voorzorgen te nemen om verplaatsingen in zijn afwezigheid mogelijk te maken. In alle gevallen wordt van de reglementair verwittigde eigenaar verwacht dat hij de nodige maatregelen neemt om de verplaatsing mogelijk te maken. Bij reglementair aangekondigde verplaatsingen aanvaardt het bestuursorgaan geen enkele verantwoordelijkheid voor onopzettelijke schade aan of door het afdekzeil, de (constructie voor) ondersteuning van het vaartuig, het vaartuig zelf of goederen in, op of onder het vaartuig. Verplaatsingen in opdracht van de terreinverantwoordelijke of van de Raad van Bestuur worden niet doorgerekend aan de eigenaar van het betrokken vaartuig.
6.6 Afdekken van het gestalde vaartuig Het is toegelaten gestalde vaartuigen af te dekken met dekzeilen. De dekzeilen dienen langs alle zijden degelijk bevestigd te worden en de bevestiging, de dekzeilen, het vaartuig, alsmede de constructie waarop deze gestald is dienen berekend zijn op het verhoogde risico dat het afdekken met zich meebrengt, zoals ondermeer, doch niet gelimiteerd tot de verhoogde weerstand en blootstelling aan wind, regen, sneeuw,... De (dek)zeilen mogen niet gesteund worden door een constructie die op de grond steunt of aan de grond verankerd is. Elk lid is verplicht de opgetrokken constructie(s) op eerste verzoek van het bestuursorgaan af te breken of te wijzigen conform de instructie van het bestuursorgaan. Constructies die beduidend langer zijn dan het vaartuig, kunnen aanleiding geven tot een hoger stageld.
7. WERKEN AAN VAARTUIGEN en/of GOEDEREN OP HET TERREIN Milieuverontreiniging en bodemvervuiling moeten ten allen prijzen vermeden worden. 7.1 Afspuiten van het onderwaterschip met hogedrukspuit Afspuiten met een hogedrukspuit van het onderwaterschip kan alleen op de daarvoor voorziene plaats op de helling. 7.2 Afschrapen van het onderwaterschip Het is verboden het onderwaterschip af te schrapen zonder te werken met een installatie die het afschraapsel en het stof onmiddellijk opvangt. Indien toch nog afschraapsel of stof zou kunnen neerkomen, dient de grond onder en naast het schip volledig en voldoende bedekt te worden met een zeil. Het is aan te raden dit afdekken uit te voeren voor het schip op zijn plaats wordt gezet.
7.3 Ontroesten en schuren Ontroesten en schuren is toegelaten mits de nodige beschermingen voor de andere schepen voor de bodem en de omgeving worden aangebracht, zo nodig in overleg met de eigenaren van de in de omgeving gestalde vaartuigen en na goedkeuring van de terreinverantwoordelijke. 7.4 Slijpen en zandstralen Slijpen en zandstralen zijn verboden. Uitzonderlijk kan, in overleg met en na uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van het bestuursorgaan, dat overleg zal plegen met de terreinverantwoordelijke, een plaats op het terrein gebruikt worden waar dit wel kan. 7.5 Netheid onder en rond het gestalde vaartuig Iedere eigenaar van een gestald vaartuig is zelf verantwoordelijk voor de orde en de netheid onder, op en aan diens vaartuig en is derhalve gehouden onder zijn vaartuig rommel, brandbare stoffen, afval, enz. te verwijderen. Uiterlijk twee weken na de tewaterlating moet het stuk terrein waar het vaartuig gestald was volledig opgeruimd zijn en alle afval afgevoerd. 7.6 Omgaan met afschraapsel, verfresten, olie en alle andere afval Schuur- of schraapdeeltjes van verven, antifoulings (aangroeiwerende verf), plamuur, polyester, enz. zijn klein gevaarlijk afval (KGA). Ze moeten opgevangen worden ofwel met een stofzuiginstallatie ofwel op een ondoordringbaar zeil onder het vaartuig. Ze moeten afgevoerd worden als klein gevaarlijk afval naar een containerpark. Deze (ook olie, bilgewater en andere vervuilende stoffen) toch deponeren of achterlaten op het terrein is een milieudelict dat aanleiding kan geven tot schorsing van het lid en strafrechterlijke vervolging. Andere afval achterlaten op of rondom het terrein is sluikstorten, en kan onverminderd het recht van het bestuursorgaan, om het verantwoordelijk lid of de verantwoordelijke leden te schorsen, ook aanleiding geven tot doorrekenen van de kosten voor de opruiming. 7.7 Afscherming Tijdens alle werkzaamheden zorgt elke eigenaar voortdurend voor voldoende afscherming bij zijn eigen vaartuig, zodat er geen schade of hinder kan ontstaan bij of aan andere vaartuigen of goederen. 7.8 Werken door derden Leden die werkzaamheden aan hun vaartuig laten uitvoeren door derden, dienen de persoon die de werken uitvoert een begeleidende nota mee te geven, met uitdrukkelijke en verplichte vermelding van:
de naam en de eigenaar van het vaartuig waaraan de werken zullen plaatsvinden;
de datum waarop de nota werd opgesteld
de datum waarop de werken zullen uitgevoerd worden
de expliciete toestemming/opdracht tot uitvoeren van de werken
het uit te voeren werk
de naam, het adres van de persoon, of de benaming, de maatschappelijke zetel en het ondernemingsnummer van de onderneming die de werken zal uitvoeren;
de handtekening van zowel de eigenaar van het vaartuig als de uitvoerder de werken
De terreinverantwoordelijke heeft het recht te vragen deze toelating te tonen en bij ontbreken ervan, de persoon of de onderneming de toegang tot het terrein en de accommodaties van de vereniging te ontzeggen. De opdrachtgever blijft verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door derden in zijn opdracht en is het enige aanspreekpunt voor afhandeling van de schadeclaim. 7.9 Verbouwing/ afbouw boten Leden die een vaartuig wensen af te bouwen of verbouwen dienen vóór de aanvang van de werken hiervoor een uitdrukkelijke en schriftelijke toelating te vragen aan het bestuursorgaan. Het bestuursorgaan zal met het lid een schriftelijke overeenkomst sluiten betreffende de modaliteiten, toegelaten activiteiten, aard van de activiteiten enz. .. Het bestuursorgaan behoudt zich ten allen tijden het recht voor corrigerend op te treden. De eigenaar dient de instructies van het bestuursorgaan strikt en onmiddellijk op te volgen. Afbouw/verbouw van een vaartuig mag de overige leden op geen enkele wijze hinderen. 7.10 Elektriciteit De mogelijkheden om stroom te leveren, zijn door technische redenen beperkt tot max. 6 ampère. Het normale stroomverbruik voor kleine onderhoudswerkzaamheden is in de huur van de staanplaats inbegrepen. Een zwaardere aansluiting kan verkregen worden na aanvraag en toelating van het bestuursorgaan. Er kan een vergoeding aangerekend worden. Het gebruik van elektrische verwarmingskachels is verboden. Het gebruik van een laspost dient in afspraak met de terreinverantwoordelijke te gebeuren. Bij afwezigheid van de eigenaar/gebruiker mag een vaartuig niet aangesloten zijn op de stroomvoorziening van de vereniging. Stroompannes dienen gemeld te worden aan de terreinverantwoordelijke, de materiaalmeester of de portier. Het is ABSOLUUT verboden zelf werkzaamheden uit te voeren aan de elektriciteitsvoorziening van de vereniging. 7.11 Water Met het gebruik van water dient zo zuinig mogelijk omgegaan te worden. Op het terrein zijn watertappunten aangebracht waar elk lid vrij over kan beschikken. De meeste tappunten bevatten GEEN drinkwater. Deze tappunten zijn afgesloten in vorstperiodes en dienen dan na gebruik opnieuw afgesloten te worden.
8. ORDE op het CLUBTERREIN en de ACCOMODATIES
Het is verboden :
- De goede orde op het terrein of de accomodaties van de vereniging te verstoren. - Schade te berokkenen aan eigendommen van de vereniging en/of derden, ter beschikking gestelde materialen en/of gereedschappen; - Op het terrein van de vereniging materiaal of voorwerpen te plaatsen of achter te laten, die hinderlijk of schadelijk kunnen zijn voor de vereniging of voor derden; - Hinderlijke werken uit te voeren zonder uitdrukkelijk, voorafgaandelijk en schriftelijke toelating van het bestuursorgaan; - Kinderen zonder begeleiding toelating te geven tot het terrein en de accommodaties van de vereniging; - Brandbare, gevaarlijke of verboden stoffen op het terrein van de vereniging te bewaren of achter te laten. 8.2 Honden Honden zijn op het terrein en in de accommodaties toegelaten mits ze aan de leiband gehouden worden. Hondenpoep dient door de eigenaar van het dier onmiddellijk opgeruimd te worden. 8.3 Voertuigen op het clubterrein - Voor ieders veiligheid en comfort is het verboden op het terrein van de vereniging sneller te rijden dan 5 km/uur, ongeacht het vervoermiddel. - Auto’s dienen geparkeerd te worden op de parking. - Parkeren en stationeren dient op een ordelijke wijze te gebeuren en mag nooit hinder veroorzaken voor hulpdiensten, dienstvoertuigen van nutsvoorzieningsbedrijven en/of andere leveranciers. - Alle voertuigen op het clubterrein dienen wettelijk in orde te zijn. - Aanhangwagens, caravans, mobilhomes en uit dienst genomen voertuigen horen niet thuis op het terrein van de vereniging. - Iedereen maakt op eigen verantwoordelijkheid en risico gebruik van de parking. - De vereniging kan nooit aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen of voor schade opgelopen op haar terrein. 8.4 Clubmateriaal Kruiwagens, scheppers en/of karren, evenals schoppen, hakken en/of rijven staan ter ieders beschikking. Dit materiaal dient na gebruik terug geplaatst te worden op de daartoe aangegeven plaatsen. 8.5 Trappen Trappen zijn niet toegelaten op het terrein, tenzij mits bijzondere, uitdrukkelijk en geschreven toelating van het bestuursorgaan (enkel voor bouw of verbouw). Voor bestaande trappen wordt een uitdoofbeleid gevoerd. 8.6 Bootstoelen 8.6.a Staat van de stoel Elke lid is verantwoordelijk voor de staat en geschiktheid van de bootstoel die hij gebruikt. Het bestuursorgaan en de terreinverantwoordelijke en/of hun aangestelden kunnen bij twijfel over de goede staat en/of de geschiktheid van een bootstoel, de berging, tewaterlating of verplaatsing van het vaartuig weigeren. Indien het bestuursorgaan meent dat de bootstoel en/of bijhorende constructies een eventueel gevaar betekent voor de vereniging, derden of materiaal van derden, kunnen zij de eigenaar van het vaartuig en/of de bootstoel verplichten maatregelen te nemen die de veiligheid ten goede komen.
8.6.b Vermeldingen op de stoel Op elke bootstoel dient te zijn aangeduid:
het nummer van de stoel;
een aanduiding van voorzijde;
de waterlijn van het vaartuig, verhoogd met +/- 20 cm (enkel als het schip op de eigen stoel bovenkomt);
8.6.c Lege stoelen De eigenaar van een bootstoel wordt verzocht, wanneer hij niet in winterstalling zal komen gedurende het komende winterseizoen, dit vóór eind september schriftelijk aan de bootbehandelaar te melden. Lege stoelen worden op een verzamelplaats op het terrein gestald. Verplaatsing door de terreinverantwoordelijke is ten allen tijde mogelijk zonder de eigenaar te verwittigen. Ladders, steunen, stellingen en ander toebehoren van de winterberging mogen op het terrein blijven, mits ze op de lege stoel bevestigd te worden, op risico en verantwoordelijkheid van de eigenaar. Lege bootstoelen mogen uitgeleend worden aan anderen na schriftelijk akkoord tussen leengever en lener én nadat het bestuursorgaan in het bezit werd gesteld van een afschrift van het akkoord. Voor stoelen die op 1 januari niet in gebruik zijn, wordt staangeld aangerekend. 8.7 Verwaarloosde vaartuigen Een verwaarloosd vaartuig is elk vaartuig dat in kennelijke staat van verwaarlozing op de terreinen van de vereniging is gestald. Het bestuursorgaan kan elke nuttige actie ondernemen om te vermijden dat verwaarloosde schepen het terrein tot een botenkerkhof herleiden. Het bestuursorgaan volgt daarbij volgende procedure: 1. Het bestuursorgaan beslist na een rondgang welke vaartuigen beschouwd worden als verwaarloosd en over de op te leggen sanctie. Als verwaarloosd erkende vaartuigen kunnen onderworpen worden aan een verhoogd stageld, of zelfs vanaf het derde jaar dat het vaartuig als verwaarloosd wordt gekwalificeerd, aan verplichte verwijdering van het terrein door of op kosten en risico van de eigenaar. 2. De eigenaars van een als verwaarloosd beschouwd schip worden van de kwalificatie en de sanctie twee maanden voor de facturatie schriftelijk verwittigd en krijgen zodoende de mogelijkheid in die periode de herstellings- of opfriswerken van hun schip ernstig aan te vangen en zo alsnog uitstel te bekomen van een sanctie. 3. Nemen zij geen of veel te weinig actie, dan wordt de opgelegde sanctie onherroepelijk uitgevoerd bij de facturatie. 8.8 Masten/mastenloods Bij stalling van een vaartuig is het de keuze van de eigenaar om de mast van het vaartuig te halen of deze te laten staan. Het laten staan van de mast gebeurt op volledige verantwoordelijkheid van de eigenaar van het vaartuig. Vaartuigen waarop de mast gedurende de stalling blijft staan, moeten stevig geschoord worden minstens door borging van de kiel aan beide zijden en/of via de verbinding van de verstaging met de bootstoel. De botenbehandelaar bedient of houdt toezicht bij de bediening van de elektrische winch van de mastenkraan. Het lid is zelf verantwoordelijk voor het los- of vastmaken van mast, verstaging en touwwerk en het aan- of afkoppelen van het heftouw. Masten die van het vaartuig gehaald worden, kunnen hetzij op het vaartuig hetzij in de mastenloods geborgen worden. De plaats van berging in de mastenloods kan door de materiaalmeester bepaald worden. Het wegbergen van de mast in de mastenloods gebeurt door de zorgen van het lid. De mastenloods dient uitsluitend voor de berging van afgetuigde masten en bomen. Staande wanten, zalingen, radarscanners en andere uitsteeksels dienen volledig verwijderd. De vereniging kan niet aansprakelijk gesteld worden voor gelijk welke schade aan het in de mastenloods opgeborgen materiaal. Het is verboden masten te slissen of op te kuisen in de mastenloods. Het verven of vernissen van de mast is toegelaten binnen de mastenloods. Masten dienen steeds voorzien te zijn van een naamplaatje met de naam van de boot, bij gebreke waaraan zij op instructie van het bestuursorgaan kunnen verwijderd worden. 9. KOOP EN VERKOOP VAN EEN VAARTUIG OP HET TERREIN Bij verkoop van een vaartuig dat op het terrein staat, dient de eigenaar-verkoper het bestuursorgaan onmiddellijk op de hoogte te brengen van de verkoop van zijn vaartuig, met vermelding van de gegevens van de nieuwe eigenaar. De verkoop van het vaartuig ontslaat de verkoper niet van nog openstaande lidgelden, stagelden, bijdragen, inningskosten,… Bij verkoop van een schip dat op ons terrein gestald is en waarvoor het stageld reeds voldaan werd, is de koper geen nieuw stageld verplicht voor de nog lopende periode tot 15/8. Wenst de koper het schip langer dan 30 dagen na de aankoop, op het terrein te laten staan, dan dient hij/zij het lidmaatschap van de club aan te vragen.